Je kunt eindeloos praten over een definitie van bos, maar vast staat: in het bos barst het van de bomen. Anders dan in een voedselbos is in een ‘gewoon’ bos het aanplanten en verzorgen van struiken en kruidachtige planten niet aan de orde; die struiken en planten komen er mogelijk wel vanzelf.
Het combineren van land- en bosbouw (houtteelt) is een heel oude vorm van grondgebruik. Het wordt in veel landen toegepast, men spreekt van agro-forestry.
In Nederland zou je bijvoorbeeld de combinatie van populierenaanplant met weidekoeien in de uiterwaarden onder die noemer kunnen scharen.
De term voedselbos is nog maar kort geleden in zwang geraakt. De naam zet je makkelijk op het verkeerde been. Bos kent een eindeloze reeks verschillende verschijningsvormen, maar bij voedselbos gaat het echt om iets anders.
De naam voedselbos zet je op het verkeerde been
Voedselbos is een vorm van tuinbouw met meerjarige gewassen. Doel is het voortbrengen van een grote verscheidenheid aan eetbare producten, en dat resulteert in een rijk geschakeerd ecosysteem. Het terrein is intensief door mensenhand samengesteld en vormgegeven. Er wordt op subtiele manier gebruik gemaakt van de eigenschappen van de verschillende soorten planten, struiken en bomen en hun onderlinge relaties.
De smaak van de geteelde producten is belangrijk. Voedselbos is geen cafetaria waar je vooral je honger stilt: het is een sterrenrestaurant! Het levert geen bulkvoedsel in kwantiteit – daarvoor moet je bij de eenjarige gewassen zijn, zoals graan en rijst. Voedselbos levert een keur aan groenten, kruiden, fruit en noten, ingrediënten voor een smaakvolle maaltijd met hoge voedingswaarde. De diversiteit aan tijdstippen van bloei en vruchtdracht maakt dat er het hele jaar door wel iets te oogsten valt.
Een hoge biodiversiteit
Een goed ontwikkeld voedselbos omvat dus een grote variatie aan soorten planten, struiken en bomen. In het voedselbos Ketelbroek nabij Groesbeek – aangelegd door de pionier van het voedselbos in Nederland Wouter van Eck – komen naar schatting rond de driehonderd verschillende plantensoorten voor. Veel van die soorten zijn van niet-inheemse origine. De hoge biodiversiteit toont overeenkomsten met die van een botanische tuin.
Voedselbos heeft een gevarieerde ruimtelijke opbouw: er zijn kruiden, veel struiken en hier en daar een boom. In een doordachte inrichting gaat het om een subtiel spel van licht en schaduw voor de verschillende soorten.
De combinatie van een grote variatie aan planten en struiken en in ruimtelijke opbouw levert een veelheid aan habitats op voor insecten, vogels en andere dieren. Vooral voor de groep van struweelvogels is het voedselbos een eldorado.
Voedselbos vormt een welkome aanvulling op het landgebruik, maar komt niet in de plaats van (schaars) bos. Zowel qua ligging als gebruik komt het goed tot zijn recht op de overgang van cultuurland naar bos (en natuur), bijvoorbeeld op landgoederen. Ook rondom de stad kan voedselbos veel mensen bedienen en een natuurlijke verbinding zijn van voedsel met grondgebruik.
Voedselbos is een soort bos
Nee dus. Het doel is anders. De soorten-samen-stelling, de opbouw en het intensieve beheer zorgen voor een rijk ecosysteem, maar het heeft weinig met ‘gewoon’ bos gemeen.