‘Het meeste dat je denkt te weten over bos, zit toch net even anders’. Zo begon ooit een uitvoerig artikel over bos in de Volkskrant. En zo is het. Er leven veel misverstanden over bos, soms zijn het zelfs mythes. En dat is jammer, want bos is de moeite waard om begrepen te worden; bos brengt ons veel. Je kunt meer aan een bos beleven als je – een beetje – kijk hebt op de boeiende processen die er spelen. houtfabriek kan helpen door het aanreiken of aanvullen van inzichten over het functioneren van bos.
Bos is een ecosysteem. Bomen voeren er weliswaar de boventoon – zonder bomen geen bos – maar er leeft veel meer in een bos. Je vindt er struiken, kruiden, mossen en varens. In de bodem en in het dode hout leeft een wereld aan schimmels, wormen en insecten. Vogels en zoogdieren vallen het meeste op, maar het aantal insectensoorten dat in een bos leeft is vele malen groter. Al deze organismen en hun samenhang vormen het ecosysteem bos.
Bos is een geruisloze houtfabriek. In een fabriek wordt iets gemaakt; in een bos wordt hout gemaakt, met als grondstoffen CO2 uit de lucht, en water met wat voedingsstoffen uit de bodem. Zolang bomen leven, groeien ze. Zolang bomen groeien vormen ze hout. Ieder jaar een beetje; bomen worden nooit dunner.
Bos is prettig. Bijna iedereen vindt bos aantrekkelijk om naar te kijken en om in te vertoeven. Bos heeft sfeer. Huizen in de buurt van bos zijn duurder. Sinds corona nam het bosbezoek sterk toe. Als het warm is, brengen bomen verkoeling.
Bos is waardevol. Door de zorgen om het klimaat en biodiversiteit staat bos extra in de belangstelling; bijna iedereen vindt er wat van. Bos levert een bijdrage aan de opslag van CO2. Het veranderende klimaat heeft ook effecten op het bos: als gevolg van de droogte is er een verhoogd risico op bosbranden en insectenplagen. Tegelijkertijd is er de wens om meer te bouwen met het klimaatvriendelijke hout.
Het beheer van bos, en vooral het omzagen van dikke bomen, roept nogal eens weerstand op. ‘Kunnen we het bos niet beter met rust laten?’ is een veel gehoorde verzuchting. Het antwoord is: dat zou kunnen, maar ‘niets doen’, dus het bosbeheer geheel nalaten, resulteert niet per se in een mooi en waardevol bos.
Geen misverstand: bosreservaten – stukken bos waar de mens niet ingrijpt – zijn voor een beschaafde samenleving een verrijking, en die hebben we ook in Nederland. Maar voor het merendeel van het bos is ingrijpen – zo nu en dan wat zagen – een verstandige keuze. Het levert een ecologisch rijk en mooi bos op, en hout.
Veel misverstanden en mythes vinden hun oorsprong in onbekendheid met een belangrijke, maar goed verborgen eigenschap van bos: het groeit. Er groeit hout. Bos is van alles, ook een houtfabriek.
Vrijwel iedereen is dol op hout. Van keukentafels tot snijplanken, van balken tot hele gebouwen, onze samenleving is slecht voor te stellen zonder het gebruik van hout. We gebruiken het al eeuwen: het Paleis op de Dam staat op meer dan 13.000 (!) palen van 20 meter lang, gekapt in Noorwegen.
Een goed beheerd bos kan dat hout eindeloos leveren, zonder in kwaliteit achteruit te gaan. Dit is het toppunt van duurzaamheid en past in de circulaire economie die we zo graag willen. Bos als houtfabriek: er gaat CO2 in – daar hebben we te veel van – en er komt hout uit – daar krijgen we nooit genoeg van!
Kennisbronnen
Waarom denk ik misverstanden te kunnen en mogen ontzenuwen? Tijdens fietstochten door het Brabantse land met de verkennerij (scouting) raakte ik als jongeling al snel verknocht aan bos. Ik volgde de Hogere Bosbouwschool, nu Hogeschool Van Hall-Larenstein in Velp, en startte kort daarna mijn bosadviesbureau Klingen Bomen.
Studiegenoot Henk Lugtmeijer vroeg me het bosbeheer van Utrechts Landschap ter hand te nemen en mijn vroegere docent Jan Sevenster mocht ik in het bos assisteren bij het geven van cursussen aan zijn leerlingen. Na een paar dagen suggereerde hij dat ik les moest gaan geven aan bosprofessionals: ik zou talent hebben.
Naast mijn advieswerk zette ik cursussen op en beleefde daar al snel veel plezier aan. De combinatie van praktisch bosbeheerder en bosdocent is ideaal, het zijn bezigheden die elkaar versterken.
Ik zag en zie nog altijd veel bos, in Nederland maar ook elders in Europa. Ik spreek met bosbeheerders, terwijl mijn Wageningse bosvrienden de wetenschappelijke juistheid van mijn verhalen bewaken.
Misschien leer ik nog het meeste van de cursisten. Met vele bosprofessionals wissel ik ervaringen uit, altijd in het bos. Maar ook de contacten met de in-bos-geïnteresseerde-leken tijdens een ‘bosles’ zijn voor mij leerzaam. Hun vragen geven inzicht in hun beeld en ideeën over bos – vaak verrassend ver van de realiteit. De vele misverstanden die ik hoorde waren aanleiding om houtfabriek te schrijven.
Ik gun iedereen zijn of haar eigen kijk op het bos, maar enig inzicht in hoe bos functioneert werkt verrijkend. Na afloop van een bosles hoor ik van cursisten vaak: ‘Ik kijk nooit meer op dezelfde manier naar bos’.
Simon Klingen
Doorn, november 2022